In de Brabantse dialecten is het verschil tussen "hij" en "hem" enkel duidelijk aan het begin (het eerste woord) van een zin. In de rest van een zin zeg je steevast "hem".
Ik heb hem nog nooit gezien. (lijdend voorwerp)
Hem heb ik nog nooit gezien. (lijdend voorwerp)
Hij gaat iedere ochtend met plezier naar de bakker. (onderwerp)
Iedere ochtend gaat (h)em met plezier naar de bakker. (onderwerp)
De h valt typisch weg in Vlaams Brabant en het westen van Antwerpen.
In het West-Vlaams zegt men soms ik/ek in plaats van mij. ("Is 't tegen ik?")
In Nederland zegt men soms hun in plaats van zij.
In het Afrikaans bestaat het woord wij/wy niet meer en zeg je standaard ons.
Zijn er andere voorbeelden?
Ik heb hem nog nooit gezien. (lijdend voorwerp)
Hem heb ik nog nooit gezien. (lijdend voorwerp)
Hij gaat iedere ochtend met plezier naar de bakker. (onderwerp)
Iedere ochtend gaat (h)em met plezier naar de bakker. (onderwerp)
De h valt typisch weg in Vlaams Brabant en het westen van Antwerpen.
In het West-Vlaams zegt men soms ik/ek in plaats van mij. ("Is 't tegen ik?")
In Nederland zegt men soms hun in plaats van zij.
In het Afrikaans bestaat het woord wij/wy niet meer en zeg je standaard ons.
Zijn er andere voorbeelden?
Last edited: