Interessante overweging.
Maar als je zou willen benadrukken dat het net vorig weekend begon, dan zou je eerder zeggen: "In Brussel begon het autosalon vorig weekend". Of ben ik mis?
Nu, ik heb aan het volgende gedacht:
1. Ik heb altijd geleerd dat
TAP onze adverbiale woordvolgorde is: tijd, andere, plaats/TAP. Bij jullie vermoedelijk MPT zoals in het Engels. Dat verklaart mogelijk waarom wij (of ik alvast) nooit die laatste zin gaan produceren, met P vooraan/ focus, T achteraan... Ik denk dat onze focus nooit achteraan kan liggen. Het ligt misschien complexer...: "In Brussel begint ..." kàn wel, maar alleen in een contrastpositie: "maar
niet in Parijs!"
1b. Vervolgens:
ons accent/ onze focus ligt eerder in het midden, niét op het einde zoals in het Frans. In de katapult breng je idd alle
verba naar achter, maar de verba zijn zelden het belangrijkst. Zo groeien jullie zinnen naar butien toe (Je passerai chez toi demain/
V<P <T), de onze naar binnen toe, vanaf het eindpunt van de katapult (
Ik zal morgen bij jou langskomen: T>P>V)) Soms moeten wij daarom de intonatie bij Franstaligen corrigeren: I
k wéét het niet, en dus niet *
Ik weet het niét.
2. Nog iets: wij kunnen
nooit twee bijwoordelijke bepalingen vooraan zetten zoals in het Frans. Dat zou verklaren dat wij uitwijken naar die plaats tussen pv en onderwerp.